• Uniek lesmateriaal
  • Makkelijk bestellen
  • Snelle levering

Vertelverhaal 'Het is lente'

€ 24,95

Vertelverhaal 'Het is lente'
Een set van dertien vertelplaten voor de Kamishibai of een verteltheater. Gemaakt van afwasbaar glanslaminaat. Het formaat van de vertelplaten is: 420x297 mm. Lees hieronder het hele verhaal. Naar het overzicht van alle vertelverhalen!

Rating: 5 sterren
1 stem
Vertelverhaal 'Het is lente'

Naast dit vertelverhaal 'Het is lente' zijn er veel andere lesmaterialen voor kleuters en jonge kinderen. Kijk hiervoor ook op de website van Beertje Anders

Gerelateerde producten bij het vertelverhaal 'Het is lente':

Lees het vertelverhaal 'Het is lente'

De zon schijnt, de lucht is blauw, de vogeltjes fluiten en het wordt een mooie dag! Beer Juf zingt: ‘La, la, la, ik ben vandaag zo vrolijk, zo vrolijk, zo vrolijk. Zo vrolijk was ik nooit.’* En ze kijkt door het raam naar buiten. Dan vraagt Beertje Lief: ‘Waarom bent u zo vrolijk?’

Beer Juf zegt: ‘Vandaag ben ik zo vrolijk omdat het vandaag lente wordt. Ik houd van de lente. Alles wordt weer kleurig, het gras wordt weer groen, de bladeren komen weer aan de bomen, de bloemen komen uit de grond, de koeien komen in de wei en de vogels bouwen een nest. Ik ruik de lente! Ik voel de lente en dan krijg ik ...’

----

... lentekriebels. En als ik lentekriebels krijg dan willen mijn handen kriebelen.’ En plotseling begint Beer Juf Beertje Lief te kriebelen. Beertje Lief rollebolt van het lachen en dan lachen alle beertjes mee. Alle beertjes weten dat het vandaag een leuke dag wordt als juf zo vrolijk is.

Opeens zegt Beer Juf: ‘Ik weet wat. We gaan naar buiten. We zitten al bijna de hele koude winter binnen. Nu is het lente we gaan naar buiten.’

----

Hoera, hoera voor Beer Juf. Hoera, hoera het is lente. Hoera, hoera we gaan naar buiten’, zingen de beertjes van plezier. ‘Het is lente. Olé, Olé’, zingt Beertje Bruin. ‘Ik houd van de lente’, zegt Beertje Lief. En alle beertjes zijn vrolijk en blij.

----

Als ze buiten komen zegt juf: ‘Iedereen netjes in de rij, want we gaan op pad. Neem allemaal iemand bij de hand. Ik loop voorop met Beertje Lief.’ De beren gaan op pad en komen achter de school waar Beer Groen een tuintje heeft.

----

Beer Groen werkt in zijn tuin en Beer Juf zegt vrolijk: ‘Goedemorgen Beer Groen, wat bent u aan het doen?’ ‘Groentemorgen,’ zegt Beer Groen, ‘ik zaai zaadjes voor mijn groente want ze willen heel graag groeien met dit mooie weer.’ Dan roept Beertje Anders: ‘Het is lente Beer Groen.’ En gelijk roepen alle beertjes: ’Het is lente, wist u dat nog niet?’

----

Beer Groen vertelt de beertjes dat de lente één van de vier jaargetijden is. De andere jaargetijden zijn zomer, herfst en winter. De natuur heeft een winterslaap gehouden en wordt nu weer wakker. Hij is zelf ook net wakker uit zijn winterslaap, grapt hij! Hij moet nu zaadjes zaaien en verzorgen, zodat hij later de vruchten kan plukken. ‘We zullen u niet langer ophouden, Beer Groen, u heeft het al druk genoeg’, zegt Beer Juf. Beer Groen zegt: ‘Geniet van deze prachtige lentemorgen beertjes. Ga maar eens bij het veld kijken achter de appelbomen. Dag beertjes.’ ‘Dag Beer Groen’, zeggen de beertjes in koor.

----

Wauw, wat mooi zijn die appelbomen, ze zitten vol met bloemen’, zegt Beertje Strik. ‘Ja’, zegt Beer Juf, ‘dat is appelbloesem. Iedere bloem heeft vijf bloemblaadjes en in het midden staat een kransje meeldraden. Boven aan elke meeldraad zit een geel propje stuifmeel. Als de zon schijnt komen er ...’ ‘Wat weet Beer Juf toch ook veel’, fluistert Beertje Bruin in het oor van Beertje Anders.

----

Dan komen ze bij het grote grasveld en wat ze daar zien ... Wow! Het gras is zo mooi groen, de lucht steekt er zo mooi blauw bij af en het staat er vol met lentebloemen; sneeuwklokjes, krokussen en narcissen. Alle beertjes worden er stil van, zo mooi is het.

----

Dan horen ze de vogeltjes zingen en zien ze dat de vogeltjes af en aan vliegen met takjes om hun nestjes te bouwen. Wat zijn ze druk!

Ja,’ zegt juf, ‘ze maken een nestje waarin ze eitjes kunnen leggen en als die uitkomen hebben ze baby-vogeltjes. Die hebben altijd honger en dus zijn ze dan weer erg druk met eten zoeken voor hun jongen.’ ‘Ze hoeven zeker niet naar school?’ vraagt Beertje Rond. ’Nee,’ zegt Beer Juf, ‘maar ze moeten wel leren vliegen en eten zoeken.’ ‘Niks voor mij’, zegt Beertje Rond.

----

Als ze verder wandelen, lopen ze langs de boerderij van Beer Boer. Hier zien ze de lammetjes, veulentjes en kalfjes gek doen in de wei.

Ze zijn zeker, net als de beertje, blij dat ze naar buiten mogen. Beer Boer zwaait en zegt tegen Beer Juf dat ze bij de vijver moeten gaan kijken, die zit vol met kikkerdril. En dat ze daarna een lekker glaasje melk op de boerderij mogen komen drinken. Hoeveel kalfjes zie je? En hoeveel schaapjes zie je?

----

Als de beertjes bij de vijver aankomen horen ze: ‘kwaak, kwaak, kwaak’. ‘Het lijkt wel of hier honderd kikkers zitten’, zegt Beer Juf. ‘Maar ik zie nergens een kikker’, zegt Beertje Strik. Zie jij een kikker? ‘In het water zie ik wel kikkerdril’, zegt Beertje Bruin, ‘Mag ik het pakken juf?’

‘Dat lijkt mij niet verstandig,’ zegt Beer Juf, ‘straks val je in het water.’ ‘En ik denk dat de kikkers dat helemaal niet leuk vinden,’ zegt Beertje Smelt. ‘Kiekeboe,’ zegt Beertje Strik, ‘je kunt hier heel mooi verstoppertje spelen.’ ‘Ik tel wel tot tien’, zegt Beer Juf. Als ze iedereen gevonden heeft, gaan ze weer naar de boerderij.

----

Als de beertjes bij de boerderij aankomen, zien ze dat Beer Boerin een grote tafel gedekt heeft. Op de tafel staat voor alle beertjes een glaasje verse melk, eigen gebakken koekjes en andere lekkernij. Voor Beer Juf, Beer Boer en zichzelf heeft ze een heerlijk kopje thee klaarstaan. Maar wat heeft Beertje Bruin nu? Heerlijk zo’n eerste lentedag. Dan ziet Beer Juf een groep vogels overvliegen en zegt: ‘Kijk daar zijn de trekvogels die terugkomen uit het warme Zuiden. Kom beertjes, het wordt tijd dat wij ook teruggaan naar school.’

----

Wat is de lente toch fijn’, zucht Beer Juf! En dan krijgt ze een heel mooi boeketje bloemetjes van Beertje Lief. Voor u geplukt juf! Omdat het lente is.’ Einde

 

* Liedje van Herman van Veen