De reis van de eenogige

Een jonge jongen begaf zich op reis om te leren van een beroemde meester in krijgskunst.

Toen hij bij het dojo aankwam, werd hem gevraagd zich voor te stellen.
"Wat zoek je bij mij?" vroeg de meester.
"Ik wil uw leerling worden en de grootste vechter van het hele land zijn," antwoordde de jongen.
"Hoe lang zal dat duren?"

"Minstens tien jaar," zei de meester.
"Tien jaar is lang," zei de jongen. "Wat als ik twee keer zo hard train als uw andere leerlingen?"
"Dan zal het twintig jaar duren," antwoordde de meester kalm.
"Twintig jaar? En als ik dag en nacht train en alles geef wat ik heb?"
"Dan zal het dertig jaar duren," zei de meester.

De jongen was in de war. "Hoe kan het dat het langer duurt, hoe harder ik mijn best doe?"
De meester keek hem recht in de ogen en zei:

"Wanneer één oog strak op het doel gericht is, blijft er maar één oog over om de weg te zien."

 

Nadenkertje
Veel krijgskunsten eindigen op "do" – het Japanse woord voor de weg, het levenspad. Judo, Kendo, Karate-do, Aikido… ze zijn niet alleen technieken om te leren, maar wegen om te bewandelen.
Echte meesterschap betekent dat je de waarden van je kunst ook leeft – geduld, respect, zelfbeheersing en aandacht. De jongen in het verhaal wilde het doel bereiken zonder de weg te bewandelen. Maar juist in die weg ligt de ware rijkdom: je martial art wordt pas een manier van leven als je er ook naar leeft.