
De les van de samoerai
Lang geleden leefde er een eenvoudige boer in een klein dorp aan de voet van de bergen. Hij was een hardwerkend man, maar al jaren werd hij gekweld door één probleem: zijn buurman. Die buurman was nors, grof en leek er plezier in te hebben hem het leven zuur te maken.
De haat van de boer groeide, totdat hij het op een dag niet meer kon verdragen. Hij nam een mooi geschenk – een mand met rijst, zoete koekjes en een klein flesje sake – en ging naar de heer van het gebied: een gerespecteerde samoerai, bekend om zijn wijsheid en zijn scherpe zwaard.

Diep gebogen overhandigde de boer zijn geschenk. ‘Heer,’ zei hij, ‘ik heb dit gebracht uit dankbaarheid voor uw bescherming. Maar… ik heb ook een verzoek. Zou u iets voor mij kunnen doen?’
De samoerai knikte. ‘Spreek. Als ik kan helpen, zal ik het doen.’
Aarzelend zei de boer: ‘Mijn buurman… ik kan hem niet uitstaan. Hij maakt mijn leven tot een hel. Ik haat hem. Kunt u niet iemand sturen? Een samoerai, of misschien een ninja… om hem te laten verdwijnen? Stil en onopvallend. Zodat ik eindelijk vrede heb.’
De samoerai zweeg een moment en antwoordde toen: ‘Dat is mogelijk. Ik kan vanavond nog iemand sturen die hem tot zwijgen brengt. Maar… iedereen weet dat jullie vaak ruzie hebben. Als hij plotseling sterft, zal men jou als eerste verdenken. Is dat wat je wilt?’
De boer schrok en schudde zijn hoofd. ‘Nee, heer… dat zou nog erger zijn.’
De samoerai dacht even na en zei toen: ‘Dan stel ik het volgende voor: nodig hem drie maanden lang elke dag uit voor thee. Wees vriendelijk tegen hem. Bied hem koekjes aan, luister naar hem. Niemand zal dat vreemd vinden. En als hij dan na drie maanden verdwijnt… zal niemand jou verdenken.’


De boer vond dit plan briljant. Hij boog diep en zei: ‘Dank u, heer. Zo zal ik het doen. ’Nog diezelfde avond nodigde hij zijn buurman uit voor thee. De buurman was wantrouwig, maar kwam toch. De boer schonk hem warme thee in, bood hem zoete koekjes aan en vroeg hoe het met hem ging. Dagen werden weken, weken werden maanden. Tot zijn verbazing werd de buurman vriendelijker. Ze lachten samen, hielpen elkaar op het land en begonnen zelfs samen te eten. Op een avond, kort voor het einde van de drie maanden, zei de buurman: ‘Weet je… ik ben blij dat jij mijn buurman bent. Je bent de beste buurman die ik ooit heb gehad. Misschien zelfs mijn beste vriend.’ De boer kreeg een brok in zijn keel, zijn ogen vulden zich met tranen. Hij schaamde zich diep. Hoe had hij er ooit aan kunnen denken deze man te laten doden? De volgende ochtend ging hij opnieuw naar de samoerai, knielde neer en legde een geschenk voor hem neer. ‘Heer,’ zei hij met tranen in zijn ogen, ‘het spijt me. Ik wil niet dat u iemand stuurt. Ik kan hem niets aandoen. Hij is mijn vriend geworden. ’De samoerai keek hem aan met een lichte glimlach. ‘Precies dat was mijn plan,’ zei hij zacht. ‘Je hebt geleerd wat ik je wilde leren: wie liefde en vriendelijkheid toont, krijgt die terug. Zoals haat alleen maar haat voortbrengt. Dit is de ware weg van de krijger: van vijanden vrienden maken.’ De boer boog diep, terwijl de samoerai hem bemoedigend aankeek.

Nadenkertje
Wie haat zaait, zal haat oogsten. Maar wie liefde en respect toont, kan zelfs de grootste vijand tot vriend maken.
Op de ware weg van de krijger gaat het niet alleen om het zwaard, maar ook om het hart.