
Zeker, papa?
Op een middag zat een jongetje naast zijn vader in de auto, terwijl ze op zijn zus wachtten die net uit school kwam. Het jongetje keek nadenkend. “Papa,” vroeg hij, “mag ik je iets vragen?” “Natuurlijk, jongen,” antwoordde de vader en keek even van zijn telefoon op. “Waarom hebben auto’s veiligheidsgordels?” “Omdat we dan veilig zijn als er iets ergs gebeurt.” Het jongetje knikte. “En waarom moet ik achterin zitten?” “Omdat je nog klein bent, en achterin is het veiliger voor kinderen. ”Even dacht het jongetje na, toen kwam de volgende vraag: “En waarom zijn er airbags?” De vader glimlachte. “Airbags beschermen ons bij een ongeluk. Ze helpen dat we ons niet bezeren.” Het jongetje keek even naar beneden en vroeg toen zachtjes: “Waarom kijk je dan toch op je telefoon terwijl je rijdt?” De vader verstijfde – de telefoon nog steeds in zijn hand.

Denkanstoß:
"Kinderen zien alles. Geef het goede voorbeeld: ogen op de weg, niet op je scherm." Kinderen luisteren niet alleen naar wat je zegt – ze kijken naar wat je doet. Een gordel, een airbag en een kinderzitje beschermen maar één deel van hun veiligheid. Het andere deel begint bij jouw keuzes. Ogen op de weg, handen aan het stuur: dát is het krachtigste voorbeeld dat je kunt geven.
