
Het verhaal van de rat en de katten
Een krijgskunstmeester had een ernstig probleem in zijn dojo: een grote, sluwe rat. Hij had alles geprobeerd om haar te vangen — vallen, gif, zelfs zijn houten oefenzwaard en zijn katana. Maar de rat was te snel, te slim. In zijn wanhoop bezocht hij een vriend die gespecialiseerd was in het trainen van katten. "Ik heb een jonge kat," zei de vriend. "Vol energie. Ze zal de rat opjagen of verjagen. Goed oefenmateriaal voor haar."
De meester nam de kat mee naar huis. De kat rende meteen het dojo door, op zoek naar de rat. Maar de rat bleef rustig in haar hol. Toen de kat moe werd en even uitrustte, sloop de rat naar buiten en beet haar in de staart. De kat gilde en vluchtte gewond. De meester ging terug naar zijn vriend.

"Dat moet wel een gemene rat zijn," zei de trainer. "Ik stuur je een andere kat. Deze is goed getraind, ervaren en razend behendig." De tweede kat, gespierd en atletisch, kwam het dojo binnen. Ze begon aan een indrukwekkend trainingsritueel. Toen de rat verscheen, nam ze een perfecte gevechtshouding aan. Maar de rat kwam gewoon dichterbij, blokkeerde haar slag en krabde haar gemeen in het gezicht. De kat trok zich terug.
Weer ging de meester terug.
"Deze rat is bijzonder," zei de trainer. "Ik stuur je mijn beste — een meester in alle budo-kwaliteiten." De derde kat kwam met rust en waardigheid. Ze boog naar de ruimte, richtte haar geest (fudoshin), haar lichaam (sanchin) en gebruikte haar intuïtie (kan-ken) om de rat te vinden. Ze wachtte in stilte bij het rattenhol. Plots klonk er een piep achter haar: de rat stond zelfverzekerd achter haar. De kat schrok, verloor haar balans en vluchtte. De meester vroeg gefrustreerd of hij het niet beter kon opgeven.

"Nou," zei de trainer, "ik heb nog één kat. Ze was ooit een meester in ratten vangen, maar nu is ze oud en slaapt bijna de hele dag. Ik roep haar eigenlijk nooit meer. Maar… waarom niet?" De meester nam de oude kat mee. Ze rolde zich in een hoek op en sliep. De rat merkte haar op, maar de kat reageerde niet. Dagen gingen voorbij. De rat werd roekeloos. Op een dag liep ze langs de "slapende" kat — wham! Met één perfecte slag doodde de kat de rat en legde haar voor de voeten van de meester. Verbaasd bracht de meester haar terug en riep alle andere katten bijeen. "Hoe heb je dat gedaan?" vroegen ze. De oude kat antwoordde:
"De eerste kat gebruikte al haar energie, maar de rat had meer ervaring.
De tweede kat gebruikte techniek, maar de rat had scherpere instincten.
De derde kat gebruikte al haar krijgskunstkwaliteiten, maar de rat was onbevreesd en had de overhand.
Ik gebruikte niets van dat alles. Ik wachtte. Ik was volledig aanwezig.
En op dat moment kwamen energie, kunde en training samen in één slag: één slag, één dood.
Maar," voegde ze met een geeuw toe, "dat is niet eens mijn doel.
Mijn leraar woont hoog in de bergen. Hij ligt in zijn hangmat, drinkt sake en doet helemaal niets.
En toch durft geen rat zijn berg of de omliggende valleien te naderen.
Dat is mijn doel. Maar ik heb nog een lange weg te gaan."

Nadenkertje
In krijgskunst én in het leven zijn inzet, techniek en vaardigheid belangrijk. Maar de hoogste meesterschap ligt niet in handelen, maar in aanwezigheid. Ware kracht komt niet voort uit strijd, maar uit diep bewustzijn en perfect timing. Soms is de wijste zet om te wachten. En de grootste slag… is degene die je bijna niet meer hoeft uit te voeren.