Waarheen gaat het vuur?

In een dojo vroegen de leerlingen vaak aan hun leraar:

“Zal ik mijn examen halen?”
“Word ik ooit sterk?”
“Ga ik het toernooi winnen?”

De leraar gaf geen antwoord. Hij stak een kaars aan, keek even naar de vlam en blies haar zachtjes uit.
“Waar gaat het vuur naartoe als het uitgaat?” vroeg hij.

Niemand wist het. De leraar zei: “Denk hierover na. Het antwoord helpt jullie groeien.”

Later stak hij de kaars opnieuw aan en sprak:

“Vuur is als jullie training. Het geeft licht en warmte, maar het kan ook te fel branden. Daarom leren we geduld, controle en stap voor stap sterker worden.

Als je oefent en blijft leren, groeit je vuur. Als je stopt, dooft het langzaam. Maar zelfs als het uitgaat, kan het weer aangestoken worden. Jouw vuur kan ook andere mensen aansteken – vrienden, leerlingen, misschien zelfs iemand die je nog niet kent.

Onthoud: het gaat niet alleen om het doel, maar om hoe je onderweg je vuur voedt.”

 

Nadenkertje
Waar blijft het vuur? Soms piekeren we over dingen die we nu niet kunnen weten: Zal ik slagen? Word ik sterk genoeg? Zal ik winnen? De leraar in het verhaal gaf geen antwoord, maar een vraag: “Waar gaat het vuur naartoe als de vlam dooft?” In Zen noemen we dit een koan – een vraag zonder logisch antwoord. Ze is er niet om opgelost te worden, maar om je denken stil te maken. Wanneer je hoofd vol is met zorgen, kan een koan je aandacht verschuiven naar iets dat groter is dan je dagelijkse problemen. Net als het vuur kan jouw kracht soms klein lijken, maar dat betekent niet dat het weg is. Een vlam kan altijd opnieuw worden aangestoken – door oefening, door inspiratie, door iemand die zijn vuur met jou deelt. In de krijgskunst gaat het niet alleen om winnen of verliezen, maar om je vuur levend te houden. Blijf oefenen. Blijf nieuwsgierig. Geef niet op. En misschien ontdek je dat het vuur nooit echt verdwijnt – het rust alleen even.