Vertelverhaal 'Zeggen wat je wel en niet wilt'
Vertelverhaal 'Zeggen wat je wel en niet wilt'
Een uitleg van afspraak 4 zodat anderen begrijpen wat je wel en niet wilt, duidelijkheid door grenzen aan te geven. Beertje Anders legt uit wat hij wel en niet wil met eten, maar ook als anderen lelijk doen of juist iets liefs doen. Hij zegt dan wat hij wel en niet wil. Bij dit verhaal is ook het liedje 'STOP' gemaakt.
Productinformatie vertelverhaal 'Zeggen wat je wel en niet wilt':
- Set met twaalf vertelplaten voor de Kamishibai of verteltheater
- Gemaakt van afwasbaar glanslaminaat
- Het formaat van de vertelplaten is: A3 (420x297 mm.)
Naast het vertelverhaal 'Zeggen wat je wel en niet wilt' zijn er veel andere lesmaterialen voor kleuters en jonge kinderen. Kijk hiervoor op de website van Beertje Anders
Maak met uw kinderen of leerlingen ook 'De Vijf Afspraken'. Ze dragen bij aan een fijne sfeer in de groep/klas!
Lees alles over afspraak 4 - 'Zeggen wat je wel en niet wilt'
Naar het overzicht van alle vertelverhalen!
Het verhaal 'Zeggen wat je wel en niet wilt'
Als je lekker eten ziet, dan krijg je een ja-gevoel en dan zeg je: ‘Dat wil ik wel!’ Als het eten minder lekker is, dan krijg je een nee-gevoel en dan zeg je: ‘Dat wil ik niet!’ Je maakt duidelijk wat je wel en niet wilt. ‘Dit wil ik!’ Stom beertje, je bent dom!’, zegt Beertje Smal. ‘Moet ik je helpen?’ Als iemand lelijke woorden tegen je zegt, krijg je een nee-gevoel. Je mag zeggen dat je dat niet leuk vindt. ‘Nee!’, zegt Beertje Anders. Als iemand goede woorden tegen je zegt, krijg je een ja-gevoel. Je kunt zeggen dat je dit heel fijn vindt. ‘Lief beertje, ik vind je aardig!’, Zegt Beertje Rond. ‘Zal ik je helpen?’ ‘Ja!’, zegt Beertje Anders. Je zegt dan wat je wel en niet prettig vindt en wat je wel of niet wilt. Beren kunnen elkaar op verschillende manieren aanraken. Bijvoorbeeld een andere beer over zijn hoofd aaien, een arm om hem heen slaan, stoeien, een kusje of een stomp geven. Als je het fijn vindt, dan krijg je een ja-gevoel. ‘Kiele, kiele, ha, ha!’ ‘Stop, ha ha!’ Je kunt zeggen dat je het leuk vindt, zodat de ander ermee doorgaat. ‘Wil je mij nog eens kietelen?’ ‘Kiele, kiele, ha, ha!’ ‘Ha, ha!’ Wat geeft jou een ja-gevoel? Als je aangeraakt wordt en je vindt het niet fijn, dan krijg je een nee-gevoel. ‘Laat mij los!’ Je kunt dan zeggen: ‘Stop! Dit wil ik niet!’ Wat geeft jou een nee-gevoel?
Je kunt ook een weet-niet-gevoel krijgen. Je weet niet goed of je het wel of niet wilt. Dan kun je ook ‘stop’ zeggen en er eerst over nadenken. Het is wel belangrijk, dat je een ander laat weten wat je voelt, wat je wel en niet wilt. Laat merken als je iets niet leuk vindt. Hij of zij zal het dan de volgende keer misschien niet weer doen. ‘Bloemen? Wat heb ik daar nu aan? Die kun je niet eten!’ Maar zeg het wel met de goede woorden. ‘Bloemen, wat lief van je!’ ‘Ik heb ook trek in iets lekkers!’ De ander kan daar dan rekening mee houden! ‘Dank je wel!’
Laten weten wat je voelt is ook een manier om jezelf te beschermen tegen vervelende dingen. Bijvoorbeeld: als iemand je steeds voor de grap een stomp geeft. Als je dan lacht, zal hij daar waarschijnlijk mee door blijven gaan. Als je zegt dat je het niet leuk vindt, dan weet de ander dat hij daarmee moet stoppen. Je kunt dan zeggen: ‘Houd op, ik vind dit niet leuk!’ Zeg wat je wilt en zeg wat je niet wilt. Dan word je een blije beer die weet wat hij wil! ‘Dat wil ik wel!’, zegt Beertje Anders. Wil jij dat ook, dan moet je zeggen wat je wel en niet wilt.